Er werd ijverig gewerkt in 6B tijdens het groepswerk rond de historische periodes ... Mathis trakteerde met twee heerlijke taarten voor zijn verjaardag. Het werd een gezellig picknickmoment. De oudste tijden: de oertijd (4 000 v.C. tot 3 000 v.C.)Er was eens de mens ... De eerste mensen zochten hun eigen voedsel. Ze gaan samen op jacht, vangen vissen, verzamelen vruchten en noten. Ze trokken rond in de natuur. De eerste mensen waren zwervers. Oermensen die in rotsachtige streken woonden, zochten als woonplaats een grot of spelonk. Anderen bouwden primitieve tenten of schuilden in holen onder de grond. Dankzij de ontdekking van het vuur konden ze het vlees roosteren, het warm houden en vijandige dieren op een afstand houden. De mens verplaatste zich vooral te voet. Rond 3500 voor Christus ontdekte de mens het wiel. Op een kar konden ze nu zware dingen vervoeren. De Eerste mensen hadden ook snel door dat hout drijft op water. Zo gebruikten ze boomstammen om zich op het water te begeven. Later bouwden ze vlotten. Ze maakten zelf hun werktuigen met allerlei soorten steen, ivoor en beenderen. Dierenhuiden werden gebruikt als kleding of om tenten te maken. De Oudste Tijden : De Eerste Wereldrijken. (3000 v.C - 800 v.C)Later ontdekten de eerste mensen de landbouw. Ze bouwden stevigere woningen met een omheining. De 'boeren' teelden gewassen en kweekten dieren. Zo ontstonden de eerste dorpen. In een aantal vruchtbare streken groeiden boerendorpen uit tot hoogstaande beschavingen. Dit gebeurde bijvoorbeeld in Egypte. Ieder jaar trad de Nijl buiten haar oevers en liet een vruchtbaar slib achter. De Egyptische boeren bewerkten de bodem met werktuigen zoals sikkels en ploegen. Ze verbouwden graan en weefden vlas tot kleding. Met klei bakten ze potten en bouwen ze huizen. Aan het hoofd stond een koning of farao. Hij had alle macht en beschikte over een sterk leger. De vizier, de schrijvers, ambtenaren en priesters genoten een groot aanzien. De slaven hadden het minst te zeggen. Ambtenaren konden lezen en schrijven. Zij inden de belastingen voor de farao in natura. De Oudheid : Tijd van Grieken en Romeinen (800 v.C - 500)Rond 800 v.C groeiden in Griekenland dorpen uit tot steden. De Grieken leefden van landbouw, maar ze dreven ook handel met verre streken. Zo verspreidde de Griekse cultuur zich in de streken rond de Middellandse Zee. Griekse burgers verbleven de meeste tijd buitenshuis. De woning diende enkel om te slapen en te eten. Om de warmte buiten te houden waren er weinig ramen. Griekenland bestond een een aantal autonome steden, met eigen bestuur en leger. De bekendste stadsstaten waren ongetwijfeld Athene en Sparta. Griekenland is bijna volledig omgeven door water. Daarom was de scheepvaart voor hen heel belangrijk. Ze bouwden dan ook stevige schepen met zeilen. Om nog sneller te varen moeten slaven roeien. Daarnaast bouwden de Grieken oorlogsschepen om nieuwe gebieden te veroveren of te verdedigen. In Italië was Rome toen nog een klein dorp. Maar de Romeinen waren goede soldaten. In een paar eeuw bouwden ze een reusachtig rijk op. Ze veroverden de Griekse wereld en Egypte. Van West-Europa tot in Afrika en Azië legden de Romeinen uitstekende wegen (heerbanen) aan. Dankzij die brede wegen, belegd met platte stenen, konden het Romeinse leger en handelaars zich snel verplaatsen. Er waren zelfs mijlpalen die vertelden hoe ver het nog was. Aan de kruispunten van de heerbanen en andere gunstige plaatsen veranderden hun legerkampen na jaren in Romeinse steden. De Romeinse veldheer Julius Caesar veroverde in de eerste eeuw voor Christus onze streken. De Gallische volksstammen werden 1 voor 1 verslagen door het Romeinse leger. De Romeinse provincie Belgica werd een deel van het Romeinse rijk. Een versterkte Romeinse stad in onze streken was Tongeren. Rome was een wereldstad. 1 miljoen Romeinen binnen een stadsmuur zorgden voor veel problemen. : afval, werkloosheid, verkeersopstopping, .... Het water werd via aquaducten tot in de stad gebracht. Het eten werd aangevoerd vanuit het platteland. Op de markt (forum) van Rome werden producten verkocht die uit het hele Romeinse rijk afkomstig waren. De gewone man leefde in appartementsblokken (huurkazernes). Rijke Romeinen bouwen luxueuze villa's. Slaven doen er het meeste werk. De Romeinen hielden van paardenrennen ion het circus, toneel in de amfitheaters en gewelddadige spelen. In het colosseum knokten gladiatoren op leven en dood tegen elkaar of tegen dieren. Ook de badhuizen waren heel populair. Romeinen en Grieken droegen tunica's Dat waren lange hemden met een touw om hun middel. Rijke belangrijke mensen droegen een toga. In die periode is Jezus geboren en gestorven. De Middeleeuwen : Tijd van burchten en de katholieke godsdienst. (500 - 1500)Door de Germaanse invallen in het noorden viel het Romeinse rijk rond 500 uiteen. Dat was het begin van de Middeleeuwen. In de volgende eeuwen nam de onrust toe, vooral door de invallen van de Noormannen. Met hun snelle snekken of draken voeren ze tot ver in het land op om te plunderen, te moorden en te roven. De wegen en de steden raakten in verval. Om zich te beschermen tegen de plunderaars bouwde de plaatselijke bevolking burchten. Ook abdijen werden versterkt. Leven in een burcht was allesbehalve prettig. Het was er vaak koud en tochtig. In het leven van de middeleeuwer speelde de christelijke godsdienst een belangrijke rol. Rond het jaar 1000 keerde de rust terug. Aan oversteekplaatsen van rivieren en aan kruispunten bouden ambachtslieden en handelaars invloedrijke steden. Het grootste deel van de bevolking werkt op het platteland. Het leven speelde zich af rond de burchten en abdijen. Boeren moesten in ruil voor bescherming voor de kasteelheer en de geestelijken werken. De overgrote meerderheid van de stedelingen vond werk in de textielnijverheid. Handelaars kochten en verkochten grondstoffen zoals wol en vlas. Ze verenigden zich in gilden. Ambachtslui maakten van grondstoffen luxegoederen. De meesten werkten thuis in hun atelier en waren georganiseerd in ambachten. De eerste steden kun je niet vergelijken met onze steden. Er waren geen rioleringen. Iedereen wierp zijn afval op straat. In de 14de eeuw stierf één derde van de Europese bevolking aan de pest. Dat is een besmettelijke ziekte die wordt overgedragen door vlooien op de zwarte rat. In de dichtbevolkte maar vieze steden krioelt het van ongedierte. In het begin van de Middeleeuwen is het onveilig om te reizen. Mensen leefden vooral rond de burcht of abdij. Dat veranderde wanneer de handel tussen de steden op gang komt. Handlaars vervoerden hun koopwaar op grote huifkarren. Door het slechte wegennet verliep het transport vooral over de waterwegen met de trage koggeschepen. De Nieuwe Tijd : Tijd van machtige vorsten en ontdekkingen. (1500 - 1800)Rond 1500 hadden rijke vorsten de macht in Europa overgenomen. De vorsten hadden vuurwapens, kanonnen en machtige legers. Daar konden stadsmuren en boogschutters niet tegenop. Hun wapens en soldaten betaalden ze met belastingen en met winsten uit de verre kolonies. Het was een nieuwe tijd. Over zee bereikten Europese schepen andere werelddelen . Columbus bereikte Amerika, Vasco da Gama zeilde rond Afrika en bereikte Indië. De machtige vorsten bouwden luxueuze paleizen of woonkastelen. Ook de rijke burgers en edellieden bouwden grote landhuizen vol pracht en praal. De gewone man kende die luxe niet. Zij bleven wonen in dezelfde trieste omstandigheden in een simpel huisje of hoeve. Edellieden reisden in mooi, versierde koetsen. Voor een korte afstand in de stad werd de draagstoel gebruikt. Wegen werden belegd met kasseien. Het gewone volk verplaatste zich te voet of met de postkoets. In de Europese steden bleef de stank de mensen achtervolgen. De rijke mensen probeerden de stank te verdoezelen en bespoten zich van boven tot onder met parfum. Antwerpen was in die tijd een belangrijke wereldhaven. Onze streken behoorden tot het Spaanse wereldrijk. Luxegoederen werden uit alle delen van dat rijk in de Antwerpse haven aangevoerd en verhandeld. In die periode braken ook de godsdienstoorlogen uit. Vooral twisten tussen katholieken en protestanten zorgden voor heel wat conflicten. De Nieuwe Tijd bracht veel technische uitvindingen. Door de boekdrukkunst werd de kennis gemakkelijker verspreid. Kaarten zetten de wereld in beeld. Verbeterde schepen zoals het karveel lieten schepen toe om op volle zee te varen. Het kompas hielp de scheepslui bij het vinden van hun route. De ontdekkingsreizigers vonden grote rijkdom. Goud, zilver en nieuwe landbouwproducten (aardappel, tomaat, maïs, ...) vonden hun weg naar het Europees continent. De verovering van de kolonies ging wel gepaard met wreedheden. In Zuid-en Midden - Amerika vonden heel wat indianen (Maya's, Inca's) de dood. Ze waren te zwak om in de zilvermijnen of katoenplantages te werken. Daarom werden uit Afrika zwarten als slaven naar Zuid-Amerika gevoerd. De Nieuwste Tijd : Tijd van volkeren en wereldoorlogen (1800-1945)Vanaf de 18de eeuw was de landbouw fel verbeterd. De bevolking op het platteland groeide en vele boeren trokken naar de steden op zoek naar werk. In de fabrieken werden machines gebruikt om te spinnen en te weven. Stoomtuigen brachten de machines in beweging. Stoomtreinen en stoomschepen zorgden voor de betere transport van mensen en goederen. De macht van de vorsten werd kleiner ten voordele van het volk. Elk volk wilde zijn eigen land en eigen bestuur. Eerst hadden alleen de rijken medezeggenschap. In de 20 ste eeuw kwam er stemrecht voor iedereen. In de fabrieken waren de lonen laag. Vrouwen en kinderen deden vuil en gevaarlijk werk. De uitbuiting van d earbeiders duurde lang. Pas toen er sociale wetten gemaakt werden, verbeterden de arbeidsomstandigheden. Vakbonden werden opgericht. Er kwam leerplicht voor kinderen. 2 wereldoorlogen ontsierden deze periode, de Europese macht over de wereld brokkelde af. De belangrijkste uitvinding was ongetwijfeld de stoommachine van James Watt. Die levert kracht aan machines in fabrieken die veel sneller producten vervaardigden. Fabriekseigenaars (patronen) lieten lange rijen arbeidershuisjes bouwen , dicht bij de fabriek. Zulke smalle straatjes met rijen huisjes noemen we ook wel beluiken. Vaak is er maar 1 toilet voor de volledige straat. De patroon woonde in grote herenhuizen, vol pracht en praal. Met de uitvinding van de benzinemotor begint de geschiedenis van de auto. De Amerikaan Henry Ford maakte op zijn lopende fabrieksband in korte tijd veel gelijke wagentjes. Ook de fiets kent een hele geschiedenis. Eerst een loopfiets op twee wielen, dan de Hoge Bi (fiets met een enorm groot voorwiel) . Daarna volgde een model dat reeds leek op onze fiets, met ketting en remmen. In de stad verplaatste men zich met de paardentram, dan de stoomtram en nog later de elektrische versie. Zeilschepen werden vervangen door stoomschepen. Passagiers- en vrachtschepen vaarden de hele wereld rond. De Eigen Tijd : Welvaart voor bijna iedereen? (1945- ...)Na 1945 ontstaat in West-Europa een welvaartmaatschappij. De mensen verdienen goed. Sociale wetten hebben een eind gemaakt aan de wantoestanden. De technologie blijft zich verder ontwikkelen. De rol van de mens wordt dikwijls overgenomen door machines. Vooral de computer neemt steeds een belangrijkere plaats in. Wie niet kan deelnemen aan de snelle vooruitgang, blijft arm. In Europa is er nog steed een kloof tussen het rijkere Westen en het armere Oosten. Ook op wereldvlak blijft er een grote kloof tussen arme en rijke landen. De groei van de industrie veroorzaakt ernstige lucht- en waterverontreiniging. De mateloze bevolkingsgroei zorgt voor heel wat problemen. (voedsel, huisvesting, afvalberg, ...) Waar moeten de miljarden aardbewoners van de 21ste eeuw hun energie vandaan halen? De overheid probeert het probleem te regelen met wetten. De huizen vandaag zijn voorzien van alle luxe en comfort. Wolkenkrabbers, villa- en bungalowwijken rijzen als paddestoelen uit de grond. Ook worden er goedkopere, sociale woningen gebouwd. Het vervoer kent een grote technologische vooruitgang. Over land maken auto's, bussen, vrachtwagens, elektrische treinen (TGV) de aarde onveilig. Door te carpoolen, te fietsen kan je files vermijden.Over water worden de stoommachines vervangen door dieselmotoren. Supertankers vervoeren de olie over heel de wereld, containerschepen bezoeken alle wereldhavens. In de lucht vervangen de straalvliegtuigen de ouders schroefvliegtuigen. Ook de helikopter bewijst zijn nut. Belangrijke gebeurtenissen : de landing op de maan, de aanval op de WTC-torens in New York. Zes leerlingen uit 6B stelden zich kandidaat om lid te worden van het schoolparlement. Tijdens een gezamenlijk moment met het vierde, vijfde en zesde leerjaar, mochten alle kandidaten hun programma voorstellen. Dat was natuurlijk wel wat spannend! Jullie deden het fantastisch! Vandaag kwamen heel wat jongens en meisjes in hun sportoutfit naar school. De ideale gelegenheid om te pronken met jouw sport.
In onze klas zitten voetballers, hockeyspelers, danseressen, paardrijdsters, atleten, tennissers, tafeltennissers, zwemmers, ... Onze sokpoppen kwamen tot leven in een poppenorkest. |
Klasblog 6BArchieven
November 2019
Categorieën |